De afbeelding hierboven toont de eenvoudigste bruikbare vensterschikking
van GIMP. U ziet de volgende drie vensters:
De Gereedschapsvenster:
Dit is het hart van GIMP, het bevat het hoogste
menu-niveau, een collectie pictogram-knoppen waarmee verschillende
gereedschappen geselecteerd kunnen worden en nog veel meer.
Gereedschap Opties:
Onder het gereedschapsvenster is het dialoog venster met de opties van
het actieve gereedschap gekoppelt (in dit geval het gereedschap om
rechthoeken te selecteren).
Een afbeeldingsvenster:
Elke geopende afbeelding in GIMP
wordt in een apart venster weergegeven. Er kunnen vele afbeeldingen
tegelijkertijd geopend zijn: het maximale aantal wordt alleen door de
capaciteit van de gebruikte computer(s) bepaald.
GIMP kan ook draaien zonder dat er een afbeelding
geopend is, er valt dan echter weinig nuttigs te doen.
Lagen venster:
Dit dialoogvenster laat de laag-structuur van de huidig actieve
afbeelding zien en biedt de mogelijkheid om de lagen op een aantal
verschillende manieren te bewerken. Zonder dit venster is het mogelijk
enkele eenvoudige bewerkingen uit te voeren, zelfs zeer weinig-eisende
GIMP
gebruikers vinden dit venster onmisbaar.
Penselen/Patronen/Verlopen:
Het gekoppelde dialoogvenster onder het lagenvenster biedt de
mogelijkheden van penseel, patroon of verloop te wisselen of deze
anders in te stellen.
Dit is een eenvoudige opzet, GIMP heeft meer dan
tientallen dialoogvensers die allemaal andere bewerkingsmogelijkheden
bieden. Deze worden door de meeste gebruikers alleen geopend wanneer ze
nodig zijn en gesloten na de benodigde bewerking. Ervaren gebruikerd
houden het gereedschapsvenster en het lagen-venster altijd bij de hand.
Het gereedschapsvenster biedt de belangrijkste toegang tot veel
bewerkingsmogelijkheden in GIMP; als u dit scherm
afsluit, is het zelfs zo dat het hele bijbehorende GIMP
programma afgesloten wordt. (U dient echter daarvoor nog wel een keer
expliciet te bevestigen dat u dit werkelijk wilt.) De gereedschapsopties
zijn eigenlijk een apart dialoogvenster, die in de bovenstaande afbeelding
gekoppeld met het gereedschapsvenster worden getoond. Ervaren gebruikers
maken bijna altijd op deze manier gebruik van GIMP, het
is namelijk tamelijk moeilijk de gereedschapen handig te gebruiken zonder
in een oogopslag te zien hoe de verschillende bewerkingsmogelijkheden
ingesteld staan. Het lagen-dialoogvenster is relevant als u met
afbeeldingen met verschillende lagen werkt: zodra u ook maar enigzins het
niveau van een absolute beginneling ontgroeid bent, zal dit
bijna altijd het geval zijn. Tenslotte is het
natuurlijk ook nodig om een venster te hebben waarin de afbeelding in
kwestie te zien is.
Opmerking
Als de rangschikking van de Gipm-vensters op de een
of andere manier tot een onoverzichtelijke janboel gesleept en geschaald
is, kunt u de rangschikking zoals in de schermopname eenvoudig
herstellen. Dit doet u met het Bestand menu.
De opties
Bestand → Dialogen → Nieuw Dok aanmaken → Lagen, Kanalen, en Paden
maken een lagen-dialoogvenster aan, zoals het venster dat u in het
plaatje ziet. In hetzelfde menu krijgt u door het volgen van
Bestand → Dialogen → Gereedschapsopties
een nieuw dialoogvenster met gereedschapsopties die u onderaan het
venster van het gereedschapsvenster kunt koppelen. (In het hoofdstuk
Koppelen van dialoogvensters
wordt uitgelegd hoe u dialoogvensters aan elkaar
kunt vastkoppelen.) Een optie om een nieuw venster met het
gereedschapsvenster te maken zult u echter niet vinden omdat u die niet
kunt weghalen zonder het hele GIMP programma af te
sluiten.
In GIMP is het niet mogelijk alles
---bedieningsinstrumenten en afbeeldingen--- in een enkel, allesomvattend
venster te houden zoals dat bij sommige andere programma's wel wordt
gedaan. De ontwikkelaars van GIMP vinden dit een
armoedige manier van omgang omdat het programma hierdoor allerlei extra
taken moet uitvoeren die door gespecialiseerde venster-behandelprogramma's
stukken beter afgehandeld worden. Dit zou niet alleen een enorme
verspilling van hun tijd zijn, het is ook bijna onmogelijk dit zo te doen
dat het op alle besturingssystemen waarvoor GIMP
ontworpen is, goed werkt.
Voorgaande GIMP-versies (tot aan versie 1.2.5) waren
nogal kwistig in het gebruik van dialoogvensters: ervaren gebruikers
hadden vaak een tiental tot meer vensters tegelijkertijd openstaan,
verspreid over het hele scherm in een onoverzichtelijke janboel. In
GIMP is hier veel aan verbeterd omdat alle
dialoogvensters op een flexibele manier aan elkaar gekoppeld kunnen
worden.(Het Lagen-dialoogvenster bevat in dit voorbeeld vier verschillende
dialoogvensters, die via tabbladen na elkaar toegankelijk zijn, hier zijn
dat: `Lagen', Kanalen, Paden en `Overzich Ongedaan maken') Het kost enige
moeite de omgang ermee in de vingers te krijgen, maar als dit gelukt is,
hopen we dat u de effectiviteit ervan zult waarderen.
In de volgende hoofdstukken zullen we u verder langs de verschillende
onderdelen van elk scherm in de schermafbeelding leiden. We leggen uit wat
ze zijn en hoe ze werken. Als u deze hoofdstukken gelezen en begrepen
heeft en ook de hoofdstukken die de opbouw van GIMP afbeeldingen
behandelen heeft doornomen, zou u genoeg moeten weten om
GIMP te gebruiken om afbeeldingen op een heleboel
verschillende manieren te kunnen bewerken. U kunt daarna verder op uw
gemak de rest van deze handleiding doorlopen (of gewoon met
GIMP experimenteren) om de schier oneindige andere
subtiele manipulatiemogelijkheden te ontdekken, wij wensen u hier veel
plezier mee.
1.1.
Het Gereedschapsvenster
Figuur 2.2.
Afbeelding van het gereedschapsvenster
Het Hoofdgereedschapsvenster is het hart van GIMP, het
is het enige onderdeel van het programma dat u niet kunt sluiten of
verdubbelen binnen een uitvoering van het programma. Hier volgt een korte
beschrijving van de aanwezige onderdelen.
Tip
In het gereedschapsvenster kunt u, zoals in de meeste onderdelen van
GIMP, de muis enige tijd op een onderdeel ervan laten
rusten om een "gereedschap-tip" te laten verschijnen. Deze vertelt u de
naam van het onderliggende ding en legt in het kort uit wat u er mee
kunt doen. In veel gevallen kunt u ook door op de
F1-toets te drukken hulp krijgen over hetgeen zich op
dat moment onder de muiscursor bevindt.
Gereedschapsvenster menu:
Dit is een speciaal menu; het bevat enkele functies die nergens
anders, in menu's die met afbeeldingen verbonden zijn, te vinden zijn.
We hebben het hier over mogelijkheden om voorkeuren in te stellen,
bepaalde soorten dialoogvensters maken enzovoorts. Al deze zaken
worden volledig uitgebreid uitgelegd on het hoofdstuk over het
Gereedschapsvenster
menu.
Gereedschapspictogrammen: deze pictogrammen
activeren de gereedschappen met verschillende functies: Het selecteren
van delen van afbeeldingen, ze anders inkleuren, ze van vorm
veranderen enzovoorts. Het hoofdstuk Inleiding in het
gereedschapsvenster geeft een overzicht van de mogelijkheden
die de verschillende gereedschappen bieden, ieder gereedschap zal
ook uitgebreid in het hoofdstuk gereedschappen beschreven worden.
Voorgrond/Achtergrond kleuren:
De gekleurde vlakken alhier tonen de huidige voor- en
achtergrondkleuren die GIMP gebruikt in
verschillende bewerkingen. Als u op een ervan klikt verschijnt er een
venster waarin u een kleur kunt selecteren om de huidige mee te
vervangen. Als u op de dubbelle pijl klikt verwisselt u de beide
kleuren en met een klik op het kleine symbool in de linker onderhoek
zet u ze weer terug naar zwart en wit.
Penseel/Patroon/Verloop
De symbolen hier illustreren de huidige selectie voor het verfpenseel:
dit wordt gebruikt door alle gereedschappen waarmee u in de afbelding
kunt tekenen. (Onder tekenen worden trouwens ook bewerkingen als
uiwissen en uitsmeren geschaard). Voor het patroon: dat wordt gebruikt
bij het vullen van geselecteerde delen van afbeeldingen; En voor het
verloop dat van belang is als een bewerking een geleidelijk
kleurverloop nodig heeft. Als u op een van deze drie symbolen klikt
opent u een dialoogvenster waarin u de huidige instellingen naar
behoefte kunt veranderen.
Actieve afbeelding:
(Dit is een nieuwe mogelijkheid in GIMP-2.2) In
GIMP
kunt u meerdere afbeeldingen tegelijkertijd ge-opend hebben, er kan er
echter maar een tegelijk actief zijn. Op deze plaats kunt u een kleine
weergave van de actieve afbeelding vinden. Als u er op klikt komt er
een lijst met alle geopende afbeeldingen tevoorschijn en kunt u een
andere activeren. (Door op het afbeeldingsvenster van de betreffende
afbeelding te klikken bereikt u op vaak eenvoudiger wijze ook
hetzelfde.)
Opmerking
Dit pictogram met de actieve afbeelding staat standaard niet
getoond. Als u het in beeld wilt hebben kunt u het in het tabblad
met
Gereedschapsvoorkeuren
aanzetten.
Opmerking
Iedere keer wanneer u GIMP opstart, staat hetzelfde
gereedschap (het penseel), kleur, penseel en patroon ge-activeerd. Als u
wilt dat GIMP met het werktuig en de instellingen
van de laatste keer dat u het programma afgesloten heeft opstart moet u
"Apparaatinstellingen opslaan bij verlaten
..." in het
Voorkeuren/Invoerapparaten-menu
aanvinken.
1.2.
Het Afbeeldingsvenster
Figuur 2.3.
Het afbeeldingsvenster met de belangrijkste elementen.
In GIMP wordt iedere afbeelding die u geopend heeft in
zijn eigen, afzonderlijke venster weergegeven. (In sommige gevallen kunnen
er meerdere vensters dezelfde afbeelding weergeven, maar dit is vrij
ongewoon.) We geven een korte beschrijving van de elementen die standaard
in dit afbeeldingsvenster aanwezig zijn. Enkele hiervan kunt u verbergen
met behulp van comando's in het Beeldmenu; maar
dat wilt u waarschijnlijk niet.
TitelBalk:
Aan de bovenkant van het venster ziet u hoogstwaarschijnlijk de
titelbalk. Deze toont de naam van de afbeelding en wat korte
informatie over haar eigenschappen. Deze balk wordt verzorgd door het
venstersysteem en niet door GIMP,
dus de vorm ervan is afhankelijk van welk besturing-, venstersysteem
en mogelijk thema u gekozen heeft. In het
Voorkeuren venster
kunt u de getoonde informatie aanpassen als u dat wenst.
Afbeeldingsmenu:
Meteen onder de titelbalk zit het afbeeldingsmenu (Tenzij dit
onderdrukt is). De items in deze tweede balk geven u toegang tot bijna
alle bewerkingen die u op een afbeelding kunt uitvoeren. (Er zijn
enkele "algemene" bewerkingen die u alleen via het gereedschapsvenster
kunt wijzigen.) Een andere manier om toegang te krijgen tot het
afbeeldingsmenu is het rechtsklikken als de muiscursor in het
afbeeldingsvenster zit
[2]
, of u kunt links-klikken op het kleine pijl-symbool in de
linkerbovenhoek. Verder krijgt u nog eenvoudiger toegang tot de meeste
bewerkingen door een Alt +"Sneltoets" combinatie te
gebruiken. In de menu's staat de letter
onderstreept die u voor de betreffende functie moet gebruiken. U kunt
ook uw eigen sneltoets-combinaties instellen als u het vakje voor `
use dynamic keyboard shortcuts
' in het `Bediening'-tabblad van het
Voorkeuren
dialoogvenster aanvinkt.
Menuknop:
Als u op deze kleine knop drukt krijgt u het Afbeeldingsmenu in beeld
in kolomvorm in plaats van in een rij. Geoefende sneltoets-gebruikers
die de menubalk niet meer in beeld willen hebben, kunnen dit menu
openen met de
Shift-F10
toetscombinatie.
Lineaal:
Als standaardinstelling worden er links en boven van de afbeeldig
linealen getoond met daarin de coordinaten van de afbeelding. U kunt
de eenheden die aangegeven worden aanpassen, de standaardweergave is
in beeldpunten, verder onder kunt u vinden hoe u deze aanduiding kunt
wijzigen.
Een van de belangrijkste functies van de linealen is de mogelijkheid
om hulplijnen
aan te maken. Als u op een lineaal de linker muistoets indrukt, dan de
muis met ingedrukte toets de afbeelding insleept, neemt u een hulplijn
mee die u vervolgens kan helpen om verschillende voorwerpen in uw
afbeelding netjes ten opzichte van elkaar te rangschikken. De
hulplijnen kunnen verplaatst worden door er op te gaan staan en ze
weer met ingedrukte linkermuisknop te verslepen, Door ze de afbeelding
uit te slepen verwijderd u ze tenslotte.
Snelmasker knop:
In de linkeronderhoek van de afbeeldingsvenster bevindt zich de kleine
knop die het snelmasker uit of aan zet. Het uit- en aanzetten van dit
masker is een uitermate handige manier om te zien welk deel van de
afbeelding er nu eigenlijk en in welke mate, geselecteerd is. Voor
meer informatie raadpleegt u
Snelmasker.
Cursorpositie:
Het rechthoekige vlak in de linkeronderhoek toont op welke coordinaten
de (muis-)cursor zich op dat moment precies bevindt als deze ergens
binnen de randen van het afbeeldingsvenster zit. Deze coördinaten
worden in dezelfde eenheden weergegeven als die van de linealen.
Eenheden menu:
(Dit is een nieuwe eigenschap in
GIMP
-2.2 die niet in
GIMP
-2.0 beschikbaar is.) Standaard gebruiken de linealen en enkele andere
functies het aantal beeldpunten als eenheidsmaat U kunt dit in dit
menu veranderen naar duimen, centimeters(cm) of enkele andere eenheden
. (Als u dit doet, zult u zien dat de instelling van `punt voor punt'
in het
Beel
d
-menu de manier waarop de afbeelding getoond wordt, beiinvloed: Zie
punt voor punt
voor meer informatie.
Schaalknop:
(Dit is wederom nieuw in GIMP-2.2 en niet
beschikbaar in GIMP-2.0) Er zijn verschillende
manieren om de Schaling van de afbeelding te vergroten of the
verkleinen, maar met dit menu gaat het waarschijnlijk het makkelijkst.
Statusvak:
Het statusvak is onderin het afbeeldingsvenster zichtbaar. Meestal
laat het zien welk deel van de afbeelding bewerkt wordt en de
hoeveelheid systeemgeheugen dat hierbij gebruikt wordt. U kunt in de
Voorkeursinstellingen
zelf instellen welke informatie hier weergegeven wordt. Als u
bewerkingen doet die veel tijd kosten laat het statusvak tijdelijk
zien met welke bewerking
GIMP
nu bezig is en welk deel er al van afgewerkt is.
Annuleren knop:
In de rechter onderhoek van het scherm staat de knop om te Annuleren.
Als u een bewerking gestart heeft die nogal lang duurt en halverwege
besluit dat dit toch niet is wat u wilde, kunt u met deze knop de
bewerking direkt afbreken.
Opmerking
Er zijn enkele `plug-ins' die zo'n abrupte afbraak niet goed
afhandelen en delen van de afbeelding in de war achterlaten.
Positie controle
Dit is een kleine knop met kruislingse pijlen in de rechteronderhoek.
Als u hierop klikt verschijnt er een miniatuurafbeelding van de
afbeelding. Als de afbeelding groter is dan het huidige
vensterformaat, kunt u met ingedrukte muisknop in deze miniatuur het
gewenste deel van de afbeelding naar het venstergebied verslepen; dit
is vaak de handigste manier om snel naar het gewenste deel van de
afbeelding te gaan (U kunt in het
Positie dialoogvenster
meer manieren vinden om bij het positie venster te komen. Indien uw
muis een middelste knop heeft kunt u die ook gebruiken om de
afbeelding onder het venster heen te schuiven.)
Passieve begrenzing:
Deze begrenzingslijn geeft de scheiding tussen de actieve afbeelding
en het onbewerkbare opvulgebied aan zodat het onderscheid duidelijk
is. Op dit inactieve gebied kunt u natuurlijk geen bewerkingen
uitvoeren aangezien het geen deel van de afbeelding uitmaakt.
Afbeeldingsgebied:
De weergave van de afbeelding of `het doek' is natuurlijk het
belangrijkste deel van het afbeeldingsvenster. Het is het centrale
deel van het venster en omgeven door een gele gestreepte lijn die de
grens van de afbeelding aangeeft die zo op een neutrale grijze
achtergrond staat. U kunt de afbeeldingsgrootte op verschillende
manieren door middel van zoomen veranderen zoals bijvoorbeeld in de
beschrijving van de schaal-instelling hieronder wordt vermeld.
Meeschaal schakelaar:
Als deze schakelaar ingedrukt staat, verandert de schaal van de
afbeelding mee met de grootte van het hele afbeeldingsvenster.
1.3.
Koppelen van dialoogvensters
1.3.1.
Koppelbalken
In GIMP-2.0 en -2.2 kunt u de dialoogvensters overal
over uw werkblad
rondstrooien. U kunt ze ook opbergen in een overzichtelijk aantal,
daarvoorbedoelde vensters. Zo'n venster wordt, analoog aan het systeem
in de scheepvaart, een dok genoemd; Een dok is een venster waarin een
verzameling dialoogvensters gevat is zodat u bijvoorbeeld snel naar het
gereedschap-optievenster kunt gaan of het penseel-venster of
pallet-venster enzovoorts. Niet alle GIMP
vensters kunt u hierin kwijt. Ad-hoc dialoogvensters die na gebruik weer
verdwijnen, zoals het voorkeurenvenster, het nieuwe-afbeeldingsvenster
en ook afbeeldingsvensters kunnen hier niet ingekoppeld worden.
Figuur 2.4.
Een dok met een koppelbalk uitgelicht.
In ieder dok kunt u een collectie koppelbalken
zien zitten, zoals uitgelicht in het aangrenzende figuur. dit zijn dunne
grijze balken die niet ver uitsteken maar toch moeilijk over het hoofd
te zien zijn: De meeste mensen zijn zich niet van hun aanwezigheid
bewust tot ze expliciet erop gewezen worden.
1.3.2.
Sleep-en-koppel vlakken
Ieder dialoogvenster dat in een dok geplaatst kan worden heeft een
oppakvlak
zoals u in het figuur uitgelicht ziet. Dit vlak is te onderscheiden
doordat de cursor in een handvorm verandert als ze zich in dit vlak
bevindt. Om een dialoogvenster in een ander dok te koppelen moet u de
linkerknop indrukken in dit vlak en deze ingedrukt houden als u het
dialoogvenster naar een van de koppelbalken van een dok sleept.
Figuur 2.5.
Een dialoogvenster in een dok wordt een dialoog-tabblad.
De afbeelding laat zien in welk gebied u de muiscursor kunt
gebruiken om een dialoogvenster uit het dok te slepen.
U kunt meer dan een dialoogvenster naar dezelfde koppelbalk slepen. De
dialoogvensters worden dan op elkaar gestapeld tot tabbladen met tabs
met iconen die de verschillende dialoog-tabbladen markeren. Door op de
goede tab te klikken kunt u het daarbij behoordende dialoog-tabblad naar
voren halen en daarmee verder werken.
1.3.3.
Afbeelding-uitrollijst
In sommige dokken is een afbeeldingen-uitrollijst
aanwezig. Deze rolt naar het aanklikken uit tot een lijst met alle
afbeeldingen die het opgestarte gimp-programma ge-opend heeft. U kunt
deze lijst gebruiken om een andere afbeelding te activeren. Als de
Automatisch -knop ingedrukt staat, toont de
opgerolde lijst altijd de naam van de
huidige actieve afbeelding; degene waar u op dat moment mee bezig bent.
Figuur 2.6.
De afbeelding-uitrollijst uitgelicht.
Als standaardinstelling toont een “Lagen, Kanalen, Paden”
dok de knop van de afbeeldingslijst bovenin. Door in het Tab-menu, dat
verderop beschreven wordt, de optie "selectie tonen" uit te vinken kunt
u dit echter uitzetten. (Het dok dat het gereedschapsvenster vormt
echter een uitzondering, u kunt hier geen afbeelding-uitrollijst aan
toevoegen.)
1.3.4.
Tabmenu
Figuur 2.7.
De tabmenu knop in een dialoogvenster uitgelicht.
In ieder dialoogvenster heeft u met de tabmenu knop, die u in de
bovenstaande figuur uitgelicht is, toegang tot speciale tab-gerelateerde
functies. Welke functies er specifiek beschikbaar zijn verschilt per
dialoogvenster, maar de functies om nieuwe tabbladen te maken, bestaande
te sluiten of los te maken zitten er altijd tussen.
Figuur 2.8.
Het Tab menu van het lagen-venster.
Het tabmenu bevat de volgende opdrachten:
Contekstmenu
Aan de bovenkant van ieder tabmenu staat de toegang tot het
contekst menu van het dialoogvenster waarin de tabknop aangeklikt
is. Dit menu bevat opdrachten die bij het specifieke
dialoogvenster horen. Op deze plaats kunt u in het dialoogvenster
voor patronen bijvoorbeeld een aantal manieren om patronen te
bewerken vinden.
Tab toevoegen
Dit item opent een ondermenu waarmee u veel verschillende
koppelbare dialoogvensters kunt toevoegen als nieuwe tabbladen.
Tab sluiten
Dit item sluit het voorste dialoog-tabblad uit het dok. Als u het
laatste dialoogvenster gesloten heeft wordt het dok zelf ook
gesloten. Dit item heeft hetzelfde effect als het indrukken van de
"tab sluiten"-knop.
Tab loskoppelen
Met dit item kunt u het dialoogvenster van het dok loskoppelen. Zo
maakt u een nieuw dok aan met het huidige dialoogvenster als enige
tabblad. Dit werkt hetzelfde als het slepen van het dialoogvenster
uit het dok en vervolgens op een willekeurige plaats loslaten
ervan.
Grootte van vooruitblik
Figuur 2.9.
Grootte van vooruitblik
-menu in het tabmenu.
De meeste dialoogvensters hebben tab menu's met het
Grootte van vooruitblik-item
dat een lijst met beschikbare grootte's voor de onderwerpen
van het dialoogvenster opent. Een voorbeelden hiervan is het
penseelvenster waarin de grootte van de begrenzing van de
penseelvoorbeelden in te stellen is. De standaardgrootte is
Middel.
Tabstijl
Figuur 2.10.
Het Tabstijl
ondermenu.
Dit item is aanwezig als er meerdere dialoogvensters in hetzelfde
dok gevat zitten en biedt toegang tot een ondermenu waarin u kunt
kiezen hoe de tab van het dan bovenste dialoog-tabblad weergegeven
wordt. U kunt hier uit maximaal vijf mogelijkheden kiezen die niet
bij alle dialoog-tabbladen beschikbaar hoeven te zijn.
Pictogram
Bij deze keuze wordt het dialoog-tabblad alleen met een
pictrogram weergegeven.
Huidige status
Deze mogelijkheid is alleen beschikbaar in
dialoog-tabbladen waarin u meerdere keuzemogelijkheden
heeft zoals de penseelvorm, een patroonkeuze, een
kleurenverloop enzovoorts. Het tab geeft dan de huidige
toestand van het geselecteerde ding weer.
Tekst
Deze keuze toont de naam van het dialoog-tabblad op de
tab.
Pictogram & tekst
Deze keuze maakt de tabs breder omdat ze dan zowel tekst
al het pictogram van het dialoog-tabblad laten zien.
Status en tekst
Als deze mogelijkheid beschikbaar is laat ze zowel de
huidige instelling van het tabblad zien én het soort
dialoog-tabblad.
Als lijst bekijken;
Als raster bekijken
Met deze items kunt u kiezen of u bij meerdere keuzemogelijkheden
alle opties onder elkaar getoond wilt hebben of dat ze in een
rooster met meerdere kolommen per rij getoond worden.
Selectie tonen
Als deze optie aangevinkt staat, wordt het afbeelding-uitrolmenu
aan de bovenkant van het dok getoond. Deze optie is afwezig in het
dok met het gereedschapsvenster.
Actieve afbeelding auto-volgen
Als deze optie aangevinkt is en de afbeeldings-uitrollijst niet
getoond wordt is ze enigzins zinloos. Anders, als u deze optie
aangevinkt heeft toont de knop voor het afbeelding-uitrolmenu
continu én automatisch met welke afbeelding u bezig bent.
[2]
Apple Macintosh-gebruikers kunnen ook de
Ctrl
+linker muisknop combinatie gebruiken