Software: Apache/2.2.3 (CentOS). PHP/5.1.6 

uname -a: Linux mx-ll-110-164-51-230.static.3bb.co.th 2.6.18-194.el5PAE #1 SMP Fri Apr 2 15:37:44
EDT 2010 i686 

uid=48(apache) gid=48(apache) groups=48(apache) 

Safe-mode: OFF (not secure)

/usr/libexec/webmin/inetd/help/   drwxr-xr-x
Free 50.87 GB of 127.8 GB (39.81%)
                            Encoder    Tools    Proc.    FTP brute    Sec.    SQL    PHP-code    Update    Feedback    Self remove    Logout    

Viewing file:     help.nl.UTF-8.html (6.42 KB)      -rw-r--r--

Deze help pagina is nog niet compleet!

Introductie

Services met een bijbehorend programma worden gecontroleerd door de Unix inetd daemon, welke luistert naar netwerk verbindingen voor alle services. Wanneer er een verbinding word ontvangen, zal het server programma starten om de data af te handelen voor deze nieuwe verbinding.

Niet alle internet services worden beheerd door deze module. Servers die heel veel verbindingen ontvangen zoals HTTPD, SMB of NFS werken apart om te voorkomen dat er voor iedere aanvraag een nieuw proces word gestart. Deze services kan worden geconfigureerd om andere Webmin modules te gebruiken, Zoals Samba of Apache.

De hoofdpagina voor deze module geeft een lijst weer met al de internet en RPC services van uw systeem. Services waaraan een programma is gekoppeld worden getoond in vetgedrukte letters. De lijst met internet services, RPC services en programma's worden gehaald uit de files /etc/services, /etc/rpc en /etc/inetd.conf.

Nieuwe Service Aanmaken

• Service Naam
  Iedere service moet een unieke naam en protocol combinatie hebben. Dit betekent dat 2 services alleen dezelfde naam kunnen hebben als zij verschillende protocollen hebben.

• Protocol
  Het communicatie protocol wat word gebruikt door deze service. Bijna alle internet services gebruiken het TCP protocol, en de rest gebruikt UDP.

• Poort
  Iedere service heeft een poort nummer welke uniek moet zijn binnen het protocol wat gebruikt word door de service. Het poort nummer moet zich bevinden tussen de 0 en 65535 voor zowel TCP als UDP.

• Aliases
  Een lijst met gebruikte alternatieve namen die verwijzen naar deze service. Een alias kan niet worden gebruikt indien de naam al word gebruikt voor een bestaande service met hetzelfde protocol.

Internet service namen kunnen worden gebruikt in plaats van hostnamen in de opdrachten, zoals telnet. Bijvoorbeeld, u kunt telnet foo.bar.com smtp typen om te verbinden met poort 25 op de host foo.bar.com, er van uitgaand dat de smtp internet service correct is gedefinieerd.

Voor services met een bijbehorend programma, moet u de Gebruik het programma hieronder optie kiezen ???

• Programma
  Sommige zeldzame services worden intern afgehandeld door inetd. Echter, voor bijna alle nieuwe services die u aanmaakt moet u het volledige pad naar dit programma opgeven wat u wilt gebruiken voor de service.

• Argumenten
  Opdracht regel argumenten voor het programma hierboven. Het eerste argument moet de programma naam zijn, en de rest andere moeten de parameters zijn voor dit programma.

• Wacht mode
  Dit bepaald of inetd moet wachten totdat het programma volledig is gestart voordat een ander programma word gestart. Voor de meest services, moet dit Niet wachten zijn.

• Uitvoeren als
  De gebruikersnaam van de gebruiker waarvoor het server programma moet werken. De meeste servers zullen moeten werken als root.

Wanneer een nieuwe service word toegevoegd, zal deze niet direct gaan werken. U moet op de Herstart Inetd knop klikken op de hoofdpagina om deze service actief te maken en aan het werk te krijgen.

Bestaande Service Bewerken

Wees erg voorzichtig met het bewerken of verwijderen van bestaande systeem services zoals telnet of ftp. Indien u dit verandert of hier fouten in maakt Kan het onmogelijk worden om nog in te loggen op uw machine (of nog erger).

Wanneer een service word gemodificeerd, zal dit niet direct werken. U moet op de Herstart Inetd knop klikken op de hoofdpagina zodat de wijzigingen worden uitgevoerd.

Aanmaken en Bewerken van RPC Programma's

Het formulier voor het aanmaken of bewerken van RPC programma's zal altijd op zijn minst de volgende velden bevatten :

• Programma Naam
  Een unieke naam voor dit RPC programma (met hetzelfde protocol).

• Nummer
  Ieder RPC programma heeft een uniek programma nummer, dit is bepaald toen het programma werd geschreven.

• Aliassen
  Andere namen die kunnen worden gebruikt om te verwijzen naar dit RPC programma.

Sommige besturingssysteem (zoals Solaris) laten het toe dat een server programma kan worden geassocieerd met een RPC service. Dit programma zal dan werken met inetd wanneer het een aanvraag ontvangt voor het programma.

Indien uw systeem ondersteunt dat RPC server programma's worden gestart door inetd, zullen de volgende velden ook zichtbaar zijn :

• ???